Op bezoek bij Lisanne Van Lier (PhD Amsterdam UMC): ‘RAI kan rol spelen in thuiszorgfinanciering'
De wereldwijde zorgstandaard RAI rukt verder op in Nederland, ook in de thuisverpleging. Op 31 januari houden we daarom een webinar rond de RAI-indicering in die thuiszorg: we spraken Lisanne van Lier, die werkte als PhD-onderzoeker aan de Amsterdam UMC. Haar proefschrift ontwikkelde een methode die thuiszorgorganisaties vergelijkt qua zorgkosten en zorgkwaliteit, om daaruit een best practice te halen. En daar kwamen interessante conclusies uit. Lisanne werkt nu als onderzoeker materiële en kwaliteitscontrole bij zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid. En zo blijft ze dicht bij haar hart voor de zorg.
Internationale RAI-thuiszorgstudie
Lisanne studeerde gezondheidswetenschappen en belandde in 2013 bij Amsterdam UMC, binnen het IBenC-project. ‘Een grote internationale studie gefinancierd door de Europese Commissie, waar 6 landen aan meededen: Nederland, België, Italië, Duitsland, Finland en IJsland. In elk land deden we 3 RAI-bevragingen bij zo’n 500 cliënten met de software van Pyxicare. We trainden zelf onze interviewers, want 2 Nederlandse organisaties gebruikten RAI niet in de dagelijkse praktijk.’
De studie vergeleek de verzamelde RAI-data, ook tussen de landen. ’De belangrijkste conclusie? Dat er nu een methode is om thuiszorgaanbieders op kosten en kwaliteit te vergelijken, op basis van RAI. Het instrument wordt wereldwijd in de routinezorg gebruikt en is een referentie, hierdoor kan je het op nog grotere schaal toepassen. We wisten niet of het goed kosten kon meten, dus valideerden we het door te vergelijken met een vaak gebruikt instrument rond dementiekosten. Zoals thuiszorg, huisartsconsulten, fysiotherapie, ziekenhuisopnames, ergotherapie en ook mantelzorg. ’
Kijken naar kosten en kwaliteit
Er werd ook rekening gehouden met zorgmodellen. ‘Denk aan organisaties die je samenvat op hoofdelementen zoals een focus op cliëntgerichte zorg. We keken welke modellen de goedkoopste waren of met de laagste maatschappelijke kost. Dan zagen we uiteindelijk 2 modellen, een met relatief veel mantelzorg en het andere met relatief veel thuiszorg. In het eerste kwam een deel van de thuiszorg door een partner, maar daar waren er meer ziekenhuisopnames en gestreste, belaste mantelzorgers. We keken eerst naar de kosten, pas later naar de kwaliteit en de zorguitkomsten.’
We hebben nu een registratie à la minute. Vanuit alle partijen was er een grote wens om daar vanaf te stappen. Want nu kijkt men naar het cliëntprofiel en de bijhorende vergoeding.
Lisannes proefschrift draagt bij aan een bredere inzet van RAI. ‘Je hebt het extra voordeel dat je ook voor de organisatie kan vergelijken en de kost berekenen. Ik keek ook naar andere zaken zoals de voorspellers van zorgkosten: daar komen dingen uit als ADL, wat begrijpelijk is. We hebben een richtlijn geschreven voor kostenonderzoek in een internationale context, dus voor economische evaluaties. De meesten landen hebben een nationale richtlijn, maar die spreken elkaar wat tegen. Het is heel belangrijk dat daar een duidelijke doelmatigheid aan kleeft. En dat een nieuwe interventie haar meerwaarde heeft tegenover de bestaande.’
Leren uit zichzelf en van elkaar
Sommige bevindingen verdienen verder onderzoek. ‘We hebben efficiënte organisaties geïdentificeerd door een hoge kwaliteit en lage gemiddelde kosten. En die vergeleken met andere organisaties, hun opvallende kenmerken en hoe die bijdragen aan een hogere efficiëntie. We konden maar een beperkt aantal organisaties in het verhaal betrekken, te weinig voor harde conclusies. Toch een voorzichtige hypothese: de grootte van een organisatie is belangrijk. In het behoud van functioneren scoorden de kleine organisaties beter, in de vooruitgang van functioneren de grotere organisaties.’
Andere voorbarige vaststellingen leken bepaalde clichés te bevestigen. ‘Bij de Italiaanse organisaties was de mantelzorg veel groter, daar vangen ze nog vaak thuis op. Het viel me op dat ze sterk waren in de verbetering van het functioneren.’ RAI was in elk geval helemaal nieuw voor Lisanne. ‘Een collega schreef een review waarin ze keek naar de beschikbare kwaliteitsindicatoren in de thuiszorg. Ze kwam tot zo’n 90 stuks, behoorlijk veel. Ik focuste me vooral op RAI.’
Van interpretatie tot uitkomst
De kracht van het instrument werd snel duidelijk. ‘Het is heel uitgebreid, een mooie benadering om echt niets te missen, je zou het holistisch kunnen noemen. Het was erg makkelijk in te vullen dankzij de software. Ik hielp ook met het trainen van de onderzoeksverpleegkundigen, erg leuk en erg belangrijk. Omdat je vragen anders kan interpreteren, terwijl uiteindelijk iedereen het goed moet meten en de software snappen. Ik had natuurlijk Marijke Boorsma als ervaren trainster: zij gaf verschillende goede voorbeelden in wat het beste antwoord is.’
Lisanne werkt sinds 2017 bij zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid. ‘Daar ben ik vooral bezig met de GGZ en de ziekenhuiszorg. Ik merk dat de verzekeraars ook meer over de uitkomsten van de zorg willen praten en niet alleen over geld. Dus is er gezocht naar bruikbare uitkomstmaten voor de inkoopcyclus. Vanaf dit jaar starten we in Nederland trouwens met een nieuwe zorgfinanciering. Het is echter lastig om een objectieve maat te vinden voor alle organisaties. Ik denk dat RAI daar een grote rol kan spelen, er zijn nu meer mogelijkheden via data-analyse. Op voorwaarde dat het instrument breder wordt ingezet.’
Wereldwijde wetenschap en bewustwording
Het proefschrift was een nieuwe stap tot bewustwording. ‘Ik ben naar RAI-congres geweest met onze resultaten. Daar merk je pas hoe groot RAI is. Er komen allerlei mensen uit andere landen die iets met het instrument doen en een gemeenschappelijke bril proberen maken. Niet vanuit commerciële redenen maar echt vanuit een hart voor RAI. Er is meer kennisoverdracht nodig: sommige mensen kennen het niet terwijl ze zelf indicatoren bedenken, terwijl de RAI-indicatoren enorm goed zijn onderzocht en er nu steeds meer mogelijkheden zijn om ze te gebruiken. Ik heb binnenkort nog een presentatie bij de Nederlandse Zorgautoriteit, als daar iets wordt aangewakkerd is dat erg leuk.’
Ik hoop wel dat ze de cliëntprofielen uiteindelijk wat loslaten en meer uitkomstgericht kijken.
De wetenschap dichter bij de mens brengen, het blijft een uitdaging. ‘Mensen die mijn proefschrift lezen maar niet uit de wetenschap komen of niks met thuiszorg of kwaliteitsindicatoren doen, begrijpen het niet altijd. Het is een kunst om het goed en makkelijk te verspreiden, to the point en in lekentaal.’ De nieuwe zorgfinanciering in Nederland stemt tot hoop. ‘We hebben nu een registratie à la minute. Vanuit alle partijen was er een grote wens om daar vanaf te stappen. Want nu kijkt men naar het cliëntprofiel en de bijhorende vergoeding. Maar daar is hartstikke goed over nagedacht.’
Veranderende tijden, verbeterende resultaten
Lisanne ziet behoorlijk wat veranderen de komende tijd. ‘Ik hoop wel dat ze de cliëntprofielen uiteindelijk wat loslaten en meer uitkomstgericht kijken. En wanneer de zorgaanbieder niet zo’n goede uitkomsten laat zien, je hem niet straft maar juist helpt om te verbeteren. Door informatie te geven over andere zorgaanbieders, door ze met elkaar te laten praten zodat ze eruit leren. En men effectief weet welke organisatiekenmerken bijdragen aan efficiënte zorg en daarop meer wordt ingezet. Waarbij je geen compromis maakt in de zorgkwaliteit en je niet per sé steunt op de laagste kosten. Dat moet eigenlijk de hoofdfocus krijgen.’
コメント